Wat doen we?

Conserveren en concerteren

De Podiumacademie Lier is de grootste kunstacademie van het land met meer dan 3.500 leerlingen en zo’n 170 docenten. Naast kunstonderwijs legt de academie ook nadruk op het creëren van ontmoetingsplaatsen voor actieve kunstbeleving.

VZW Eduard Bressinck werd opgericht in 2004 om de toen erg bouwvallige Jezuïetenkerk te redden van verder verval. In 2010 werd de buitenrestauratie voltooid. In 2014 opende de nieuwbouw met foyer Bar Muza. Door de restauratie en herbestemming van de kerk ondersteunen de initiatiefnemers de bloeiende schoolwerking van de Podiumacademie en het sprankelende enthousiasme van de talrijke koren, orkesten en dansgroepen die gretig gebruik maken van deze populaire locatie.

Een groter geheel

Cultuurcampus Lier

Lier beschikt als toeristische stad over een aantrekkelijke stadskern met prachtige gebouwen, pittoreske stadszichten en een rustgevende natuurgordel.

In de directe omgeving van de Podiumacademie ligt het voormalige Klooster van de Zwartzusters. Samen met het stadsbestuur van Lier en de Vlaamse Gemeenschap geeft VZW Eduard Bressinck als groep van geëngageerde vrijwilligers invulling aan de eerste cultuurcampus van Vlaanderen.

Toerisme Vlaanderen investeerde 3 miljoen euro in het eerste cultureel jeugdverblijf van ons land: Cultuurhostel BED MUZET telt 78 bedden. Dat laat toe cultuurklassen te organiseren voor jongeren van het basis- en secundair onderwijs. Tegelijk staat de site open voor het verblijf van (internationale) koren, orkesten, toneelgroepen, etc die gebruik willen maken van de volledig uitgeruste infrastructuur om hun repertoire verder te verfijnen.

De eerste cultuurcampus van Vlaanderen wil de motor zijn voor cultuurcreatie en cultuurbeleving van jongeren en volwassenen uit binnen- en buitenland. Op die manier vergroot ze tevens de aantrekkelijkheid van Lier als een minder gekende, maar door bezoekers steevast zeer gewaardeerde toeristische aantrekkingspool.
Herkomst van onze naam

Wardje en de vzw

In de zoektocht naar een passende benaming voor dit initiatief zochten de vrijwilligers inspiratie in de figuur van ‘Wardje van ’t Jusewieten’. Hij was de bolbuikige huisknecht en klusjesman van de paters Jezuïeten. In Lier was hij door iedereen gekend wegens zijn verdienste als fiere vaandeldrager van de harmonie, de goedgezinde verkoper van almanakken-, steun- en lidkaarten allerlei, een rasechte Lierse volksfiguur prominent aanwezig op alle festiviteiten. Iedereen begroette hem steevast als ‘Wardje’. Niemand kende echter zijn officiële naam: de heer EDUARD BRESSINCK.

Als eerbetoon aan de figuur van Wardje kozen de initiatiefnemers ervoor om zijn naam te verbinden aan het project.

Een professioneel ontwerper (Ivan Waumans) creëerde een nieuw ‘Wardje’ op basis van een oude foto en zorgde ervoor dat het logo niet alleen de geest en fysiek van Wardje van ’t Jusewieten doet herleven, maar tevens refereert aan de artistieke activiteiten die voortaan de kerkruimte vullen. In deze pose en met deze kleren aan kan Wardje best zelf een musicus zijn (componist? dirigent? violist?).
De Jezuïetenkerk

Een stukje geschiedenis

De laatst gebouwde Jezuïetenkerk in België kende een turbulente geschiedenis, vooral getekend door het verloop van de Eerste Wereldoorlog. Een uitgebreid naslagwerk over de Jezuïetenkerk, opgesteld door Walter Sluydts van Het Liers Genootschap voor Geschiedenis, kan u HIER vinden.

1749-1752​

De Jezuïetenkerk wordt opgericht op basis van de plannen van Jezuïeten-broeder Albert del Plancken van Ename. Het kerkgebouw is een éénbeukige longitudinale laat-barokke kerk in kruisvorm, opgetrokken uit baksteen met verwerking van natuursteen (zandsteen en arduin).

1906

In 1906 werd een sierlijk wit-marmeren hoofdaltaar in het koor aangebracht, van de hand van Napoleon Daems uit Turnhout. Het kreeg een plaats in het koor onder het met een stralenkrans omringde bronzen kruis. Er werden toen ook zes nieuwe, gekleurde kerkramen geplaatst.

1914

Op 29 december 1914 valt een obus in de tuin van de residentie waardoor alle ruiten van het gebouw sneuvelen. Het altaar werd toen ook door brand vernield. In 1956 werd het vervangen door een nieuw hoofdaltaar afkomstig van de Jezuïeten uit Gent.

1986

In 1986 kwamen de kerk en het klooster in particuliere handen. De kerk verviel tot een stapelruimte. Onderhoudswerken werden niet meer uitgevoerd. Het kerkgebouw stond er lange tijd dan ook wat verwaarloosd bij. Nochtans draagt het een grote potentie in zich die je onmiddellijk overvalt bij het binnentreden.

2009
De restauratie van de buitenzijde (2008-2009) keerde gelukkig het tij. Sinds dan zijn alvast het dak, de gevels en de ramen weer in opperbeste staat en kondigt zich de voltooiing van de herbestemming als volwaardige concertruimte verder aan.
2025

Na lang wachten op de goedkeuring van het subsidiedossier kan eindelijk gestart worden met de binnenrestauratie. Dit vormt het sluitstuk van een lang traject.