De laatste Jezuïetenkerk
De Jezuïetenkerk van Lier werd opgericht tussen 1749 en 1752 op basis van de plannen van Jezuïeten-broeder Albert del Plancken van Ename. Het is de laatste Jezuïetenkerk die in België gebouwd werd.
Het kerkgebouw is een éénbeukige longitudinale laat-barokke kerk in kruisvorm, opgetrokken uit baksteen met verwerking van natuursteen (zandsteen en arduin).
In 1906 werd een sierlijk wit-marmeren hoofdaltaar in het koor aangebracht, van de hand van Napoleon Daems uit Turnhout. Het kreeg een plaats in het koor onder het met een stralenkrans omringde bronzen kruis. Er werden toen ook zes nieuwe, gekleurde kerkramen geplaatst. Maar op 29 december 1914 viel een obus in de tuin van de residentie waardoor alle ruiten van het gebouw sneuvelden. Het altaar werd toen ook door brand vernield. In 1956 werd het vervangen door een nieuw hoofdaltaar afkomstig van de Jezuïeten uit Gent.
Tijdens de tweede Wereldoorlog bleef de kerk gespaard en sinds 1982 stond ze leeg.
De heelheid geschonden
De Jezuïetenkerk vormde samen met het klooster, het retraitehuis en de tuin tot 1972 één geheel. In 1972 verkochten de Jezuïeten het retraitehuis en de ommuurde parktuin aan de stad Lier om er de Podiumacademie een onderkomen te verschaffen. In 1986 kwamen de kerk en het klooster in particuliere handen. Het klooster werd (en is nog steeds) een privé-woonst. De kerk verviel tot een stapelruimte dienstig voor afgedankt en ander materiaal. Onderhoudswerken werden er de laatste decennia niet meer uitgevoerd. Het kerkgebouw stond er lange tijd dan ook wat vaal, triest en verwaarloosd bij. Nochtans draagt het, zowel binnen als buiten, een grote potentie in zich die je onmiddellijk overvalt bij het binnentreden.
De restauratie van de buitenzijde (2008-2009) keerde gelukkig het tij. Sinds dan zijn alvast het dak, de gevels en de ramen weer in opperbeste staat en kondigt zich de voltooiing van de herbestemming als volwaardige concertruimte verder aan.